Een apocrief verhaal over Jezus:

‘Op een dag zei Jezus tegen zijn discipelen: ‘Ik zou willen dat jullie een steen voor Mij dragen.’ Hij gaf geen uitleg. Dus gingen de discipelen op zoek naar een steen om te dragen, en Petrus, altijd praktisch ingesteld, zocht de kleinste steen die er te vinden was. Jezus had toch immers niks gezegd over grootte en gewicht! Hij deed die steen dus in zijn zak. Jezus zei: ‘Volg Mij!’ En Hij nam hen mee op reis. Rond het middaguur zei Jezus dat ze allemaal moesten gaan zitten. Hij zwaaide met Zijn hand en alle stenen veranderden in brood. Hij zei: ‘Het is tijd om te eten.’ Petrus was in een paar tellen klaar met eten. Toen de maaltijd voorbij was, zie Jezus dat ze weer moesten opstaan. Opnieuw zei Hij: ‘Ik zou willen dat jullie een steen voor Mij dragen’. Petrus zei. Aha, ik snap het!’ Dus hij keek om zich heen en zag een rotsblok liggen. Hij nam het op zijn rug en dat ging moeilijk, hij zwalkte ervan. Maar hij zei: ‘Was het maar weer etenstijd.’ Toen zei Jezus: ‘Volg Mij!’ Hij nam hen mee op reis, en Petrus kon nauwelijks meekomen. Rond etenstijd kwam Jezus met hen bij een rivier. Hij zei: ‘Nu gooit ieder zijn steen in het water.’ Dit deden ze. Toen zei Hij: ‘ Volg Mij’, en liep verder. Petrus en de anderen waren met stomheid geslagen. Jezus zuchtte en zei: ‘Herinneren jullie je niet meer wat ik vroeg? Voor Wie droegen jullie die steen?’

Uit: Elisabeth Elliot, Dwars door het vuur (Barnabas, 1999)